Wanneer we aan het tijdperk van de dinosaurussen denken, weten we dat het heel lang geleden was, maar…
In welke periode leefden de dinosaurussen eigenlijk? Vandaag plaatsen we deze bijzondere prehistorische dieren in de tijd en ontdek je precies wanneer ze op aarde rondliepen.
De geschiedenis van de aarde kan worden onderverdeeld in een groot eon, het Fanerozoïcum, dat op zijn beurt weer bestaat uit drie grote tijdperken:
- Paleozoïcum – Begon zo’n 540 miljoen jaar geleden en eindigde 250 miljoen jaar geleden. Het begon met de “Cambrische explosie” van complexe levensvormen (metazoa) en eindigde met de grote Permische uitsterving.
- Mesozoïcum – Begon 250 miljoen jaar geleden en eindigde 65 miljoen jaar geleden. Het begon na de Permische uitsterving en eindigde met de grote uitsterving aan het einde van het Krijt.
- Cenozoïcum – Begon 65 miljoen jaar geleden en duurt tot op de dag van vandaag.
Tijdsperioden binnen de drie hoofdperiodes:
Paleozoïcum:
- Cambrium
- Ordovicium
- Siluur
- Devoon
- Carboon
- Perm
Mesozoïcum:
- Trias
- Jura
- Krijt
Cenozoïcum:
- Paleogeen
- Neogeen
- Kwartair
Wanneer liepen de dinosaurussen op aarde?
Dinosaurussen leefden ruim 160 miljoen jaar lang tijdens het Mesozoïcum. Deze periode wordt verdeeld in drie tijdvakken:
Trias (250–200 miljoen jaar geleden)
Begon na de grote Permische uitsterving (waarbij 99% van de soorten verdween). Het leven begon zich opnieuw te organiseren. Reptielen namen de aarde over, waaronder ook de eerste voorouders van de dinosaurussen.
Het klimaat was overwegend droog, vooral in het binnenland van het supercontinent Pangea. Tegen het einde van het Trias verschenen de eerste echte dinosaurussen.
Jura (200–145 miljoen jaar geleden)
De Jura was de periode van de reuzen, met beroemde soorten als Diplodocus en Allosaurus. Door het uiteenvallen van Pangea in Laurasia en Gondwana ontstond een vochtig, warm klimaat met uitgestrekte bossen.
Dit klimaat stimuleerde de ontwikkeling van grote planteneters en roofdieren. Ook verschenen de eerste veren, oorspronkelijk bedoeld om lichaamstemperatuur te reguleren, zoals bij de theropode Anchiornis huxleyi.

Krijt (145–65 miljoen jaar geleden)
De laatste periode van het Mesozoïcum. De waterniveaus waren extreem hoog en veel land stond onder water.
De bloemplanten (angiospermen) verschenen en verdrongen langzaam de naaktzadige planten. Dinosaurussen ontwikkelden zich verder tot de eerste vogels.
Tegen het einde van het Krijt begon de uiteindelijke scheiding van de continenten zoals we die vandaag kennen.
De Krijtperiode eindigde met een massale uitsterving, waarschijnlijk veroorzaakt door een combinatie van factoren:
- Klimaatverandering door methaanuitstoot uit de aarde.
- Een meteorietinslag in het huidige Yucatán (Mexico), die een “nucleaire winter” veroorzaakte.
- Aanhoudende vulkanische activiteit en stofwolken die het zonlicht blokkeerden.
Dit leidde tot een sterke afkoeling van de aarde en het uitsterven van de meeste diersoorten, waaronder de dinosaurussen.
Het einde van de dinosauriërs: een nieuw begin
Na deze wereldwijde catastrofe overleefden alleen enkele kleine, meestal nachtactieve dieren.
Hoewel planten grotendeels verdwenen, overleefden sommige zaden jarenlang in een inactieve toestand, wachtend op betere omstandigheden. Micro-organismen zoals cyanobacteriën bleven zuurstof produceren.
Dankzij deze overlevenden kon het leven zich herstellen, en begon het Cenozoïcum, het tijdperk van de zoogdieren — en uiteindelijk van de mens.