Naam: Scelidosaurus
Lengte: Ongeveer 3,8 tot 4 meter
Hoogte: Circa 1,2 meter bij de schouder
Gewicht: Ongeveer 250 tot 270 kilogram
Dieet: Herbivoor (planteneter, waarschijnlijk varens en lage vegetatie)
Periode: Vroeg-Jura (Sinemurien tot Pliensbachien)
Leefde ongeveer: 193 tot 183 miljoen jaar geleden
Gevonden in: Zuid-Engeland (vooral Lyme Regis, Dorset)
Naam en ontdekking
Betekenis van de naam
De naam Scelidosaurus betekent letterlijk “ledematenhagedis” of “dijbeenhagedis”, afgeleid van het Griekse skelis (schenkel of dij) en sauros (hagedis). De benaming is afkomstig van een foutieve vertaling van Richard Owen, die de oorspronkelijke Griekse wortel verkeerd interpreteerde.
Eerste vondsten en Richard Owen
De eerste fossielen van Scelidosaurus werden in het midden van de 19e eeuw ontdekt langs de kust van Lyme Regis in Dorset, Engeland, in lagen van de Charmouth Mudstone Formation. De Britse paleontoloog Richard Owen, die ook verantwoordelijk was voor het woord “dinosaurus”, beschreef en benoemde de soort in 1861. De soortaanduiding Scelidosaurus harrisonii eert de verzamelaar James Harrison, die de eerste fossielen vond.
Taxonomie en evolutie
Plaats binnen Thyreophora
Scelidosaurus wordt beschouwd als een basale thyreophoran, wat betekent dat het aan de basis staat van de evolutionaire tak waaruit latere, sterk bepantserde dinosauriërs zoals de stegosauriërs (Stegosaurus) en de ankylosauriërs (Ankylosaurus) zijn ontstaan. In tegenstelling tot deze latere vormen, vertoont Scelidosaurus nog enkele ‘primitieve’ kenmerken, zoals een minder gespecialiseerd gebit en een relatief eenvoudige bepantsering.
Familie Scelidosauridae
De familie Scelidosauridae is een kleine en vrij controversiële groep. Sommige wetenschappers beschouwen Scelidosaurus als het enige zekere lid, terwijl anderen het groeperen met genera als Scutellosaurus en Bienosaurus. De exacte positie van deze familie binnen de Thyreophora is onderwerp van voortdurende discussie, maar algemeen wordt aangenomen dat ze een evolutionaire tussenstap vertegenwoordigen tussen primitieve ornithischiërs en meer gespecialiseerde pantserdinosauriërs.
Periode en fossiele verspreiding
Jura-periode
Scelidosaurus leefde tijdens het Onder-Jura, in het tijdvak dat bekendstaat als het Sinemurien tot Pliensbachien (ongeveer 193–183 miljoen jaar geleden). Dit was een periode van wereldwijde klimaatveranderingen, waarbij de eerste moderne ecosystemen ontstonden.
Vindplaatsen
Hoewel de meest complete fossielen afkomstig zijn uit Zuidwest-Engeland, zijn er ook fragmenten gevonden in delen van Noord-Amerika (Arizona) en China (Tibet). Dit suggereert dat Scelidosaurus of nauw verwante soorten wijdverspreid waren over het noordelijk halfrond, destijds onderdeel van het supercontinent Laurasia.
Anatomie en lichaamsbouw
Afmetingen en gewicht
Scelidosaurus was een middelgrote dinosauriër, met een lichaamslengte van ongeveer 3,8 tot 4 meter en een geschat gewicht van 250 tot 270 kilogram. Zijn lichaamsbouw was laag bij de grond, met een lange staart die waarschijnlijk als tegengewicht diende.
Skelet en houding
De Scelidosaurus had een robuust lichaam, met stevige poten en een relatief smalle schedel. Zijn achterpoten waren langer dan de voorpoten, wat doet vermoeden dat hij in uitzonderlijke gevallen tijdelijk op twee benen kon lopen (bipedalisme), hoewel hij meestal viervoetig (quadruped) bewoog.
Pantser
Een van de meest opvallende kenmerken was het bepantserde lichaam. Langs zijn rug en flanken bevonden zich rijen osteodermen—benige platen die ingebed waren in de huid. Deze boden bescherming tegen roofdieren, al was het pantser minder ontwikkeld dan bij zijn latere verwanten zoals de stegosauriërs. Sommige platen hadden kleine stekels, mogelijk als visuele afschrikking.
Leefwijze en ecologie
Voeding
Als herbivoor voedde Scelidosaurus zich vermoedelijk met lage vegetatie zoals varens, paardenstaarten en vroege coniferen. Zijn tanden waren klein, driehoekig en hadden fijne kartelingen—geschikt voor het afsnijden van zachte planten maar niet voor krachtig kauwen. Het is waarschijnlijk dat hij zijn voedsel grotendeels in zijn maag liet verteren, mogelijk geholpen door maagstenen (gastrolithen).
Gedrag en leefomgeving
Scelidosaurus leefde in een kustachtig en moerasachtig landschap. Fossiele afdrukken en geassocieerde fauna wijzen op een gematigd klimaat met wisselende waterstanden. Hij zou zich in kuddes kunnen hebben bewogen, hoewel hier nog geen direct bewijs voor is gevonden.
Wetenschappelijke betekenis
Vroege compleetheid
Wat Scelidosaurus uniek maakt, is dat het een van de eerste bijna-volledige dinosaurusfossielen is die ooit is gevonden. Dit gaf paleontologen een zeldzaam gedetailleerd beeld van de anatomie van vroege ornithischiërs. Zijn uitzonderlijke staat van bewaring maakt hem tot een van de belangrijkste voorbeelden van vroege bepantserde dinosauriërs.
Herclassificatie en modern onderzoek
In 2020 publiceerde paleontoloog David B. Norman een uitgebreide herbeschrijving van het oorspronkelijke fossielmateriaal. Zijn onderzoek bevestigde dat Scelidosaurus nauw verwant is aan de voorouders van de stegosauriërs en ankylosauriërs, en benadrukte zijn unieke anatomische kenmerken die niet in latere groepen terugkeren. Deze herclassificatie versterkte de status van Scelidosaurus als sleutelfossiel voor het begrip van thyreophore evolutie.
Culturele invloed en musea
Scelidosaurus heeft, ondanks zijn wetenschappelijke belang, relatief weinig publieke bekendheid in vergelijking met iconen zoals Tyrannosaurus of Triceratops. Toch is hij regelmatig te zien in natuurhistorische musea, met name in Groot-Brittannië. Het Natural History Museum in Londen en het Charmouth Heritage Coast Centre tonen beide delen van originele fossielen. Ook in documentaires over de evolutie van dinosauriërs komt hij af en toe aan bod.