Hoe plantten dinosaurussen zich voort?

Hoe plantten dinosaurussen zich voort?

Je hebt je vast weleens afgevraagd hoe dinosaurussen geboren werden, groeiden en zich voortplantten. Deze enorme dieren waren reptielen, dus hun voortplanting was ovipaar – dat wil zeggen: ze kwamen uit eieren en de bevruchting vond inwendig plaats.

De voortplanting van dinosaurussen

Uiteraard moest er eerst een intiem contact zijn tussen het mannetje en het vrouwtje voordat er eieren konden zijn. Als je je bijvoorbeeld afvraagt hoe triceratopsen zich voortplantten, kun je je misschien moeilijk voorstellen hoe twee dieren van dat formaat met elkaar konden paren.

Welnu, ook experts weten niet precies hoe de paring plaatsvond, al gaat men ervan uit dat het een behoorlijk complex proces was. Niet alleen de grootte van het dier speelde daarbij een rol, maar ook de lichaamsvorm. Als we het hebben over hoe velociraptors zich voortplantten, zou het waarschijnlijk eenvoudiger zijn geweest dan bij bijvoorbeeld diplodocussen.

Omdat er geen zachte weefsels zijn bewaard gebleven die ons kunnen helpen de anatomie van dinosaurussen te begrijpen, moesten wetenschappers zich baseren op aannames. Daarom wordt gedacht dat de paring van achteren plaatsvond, zoals gebruikelijk is bij grote dieren zoals olifanten en giraffen.

Als reptielen verliep het voortplantingsproces waarschijnlijk op een vergelijkbare manier: zowel mannetjes als vrouwtjes hadden een opening genaamd een cloaca, die diende voor zowel geslachtsgemeenschap als urineren en ontlasting. Tijdens de paring hoefden ze enkel hun cloaca’s op één lijn te brengen zodat het mannetje – dat waarschijnlijk een intrekbare penis had, hoewel sommige experts het daar niet mee eens zijn – het vrouwtje kon bevruchten.

Desondanks weten wetenschappers nog altijd niet precies welke positie elk dinosaurussoort gebruikte tijdens de paring, hoe lang de paring duurde en hoe de dieren zich voor, tijdens en na de daad gedroegen.

Mogelijk baltsgedrag

Het is goed mogelijk dat er een vorm van baltsgedrag aan voorafging, waarbij mannetjes hun seksuele dimorfismen tentoonstelden – zoals grote kammen, schedeluitsteeksels of andere lichaamsdelen die weinig bijdroegen aan verdediging, maar juist dienden om indruk te maken op vrouwtjes.

Seksueel dimorfisme bij dinosaurussen

Seksueel dimorfisme zijn de uiterlijke en fysieke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes van eenzelfde soort. Dit komt bij vrijwel alle diersoorten voor. Bekende voorbeelden zijn de manen van een leeuw – die het vrouwtje niet heeft – of de grote kam van hanen, die kippen missen.

Dit seksueel dimorfisme helpt ons om het voortplantingsgedrag van dinosaurussen beter te begrijpen, aangezien het vaak samenhangt met baltsgedrag, zoals hierboven genoemd.

Voorbeelden van seksueel dimorfisme bij dinosaurussen zijn onder andere:

  • Het mannetje van de Protoceratops had een frontale hoorn die het vrouwtje niet had.
  • Mannelijke oviraptorosauriërs hadden uitsteeksels op hun staart, waarvan gedacht wordt dat ze dienden om kleurrijke veren te ondersteunen waarmee ze indruk maakten op vrouwtjes.
  • Het mannetje van de Stegosaurus had grote, ronde platen op zijn rug, terwijl vrouwtjes meer langwerpige, smalle platen hadden.
  • Bij de Anchiceratops had het mannetje een grotere schedel, met een brede snuit en langere, rechteropstaande hoorns dan het vrouwtje.

Dinosauruseieren

Dinosaurussen legden hun eieren in nesten die ze in de grond uitgroeven met dat doel, en die ze daarna weer met aarde bedekten om ze te beschermen. Sommige van deze aarden hopen konden tot wel twee meter hoog zijn.

Over het algemeen schat men dat een dinosaurus bij elke legsel ongeveer twintig eieren legde, al zijn er ook nesten gevonden met wel veertig eieren.

Het is onbekend hoelang het duurde voordat de eieren uitkwamen, al gaat men ervan uit dat dit verschilde per dinosaurussoort.

Dinosauruseieren waren meestal rond of ovaal van vorm en hun afmetingen verschilden per soort. Sommige eieren waren slechts enkele centimeters groot, terwijl andere wel zo’n 60 centimeter konden meten.

Als we precies zouden weten hoe de Tyrannosaurus rex zich voortplantte, zouden we waarschijnlijk ontdekken dat zijn eieren groter waren dan die van kleinere soorten.

Wist je dat…

Afhankelijk van de soort kwamen sommige jonge dinosaurussen vrijwel volledig ontwikkeld uit het ei, zodat ze direct zelfstandig konden leven buiten het nest. Andere soorten daarentegen moesten nog een tijd in het nest blijven, onder de bescherming van hun ouders.

Soorten dinosauruseieren

Dinosauruseieren worden ingedeeld op basis van de samenstelling en structuur van de eierschaal. Deze structuur wordt bestudeerd met behulp van een microscoop, waarmee wetenschappers de verschillende lagen kunnen onderscheiden waaruit de schaal bestaat.

Soms bevatten fossiele dinosauruseieren nog restanten van het embryo. Zulke vondsten zijn van grote waarde geweest om meer te leren over de voortplanting van dinosaurussen.

De eieren en embryo’s van de Massospondylus, een dinosaurus uit het Jura-tijdperk, zijn de oudste die tot nu toe zijn gevonden.

De drie grote categorieën van dinosauruseieren zijn:

  • Sferulitisch: dikke schaal met losjes verbonden kristalstructuren. Kenmerkend voor sauropoden en hadrosauriërs.
  • Prismatisch: dunne schaal met verlengde, sterker gefuseerde kristalstructuren.
  • Ornithoïde: schaal bestaat uit twee lagen met verschillende structuren. Komt voor bij theropoden.

Dinosauruseierennesten

Men denkt dat dinosaurussen specifieke plekken hadden waar ze hun eieren legden. In 1997 werd er vlak bij de vulkaan Aucamagüida, in Patagonië, een soort “heiligdom” ontdekt dat de naam Aucamahuevo kreeg. Het is een uitgestrekt gebied van meerdere kilometers, waar honderdduizenden resten van dinosauruseieren zijn gevonden. Deze eieren worden toegeschreven aan sauropoden – de langnek herbivoren zoals de diplodocus.

Wat is de verklaring voor zulke vindplaatsen?

Wetenschappers vermoeden dat dinosaurussen zich massaal verzamelden om hun eieren te leggen, zodat de overlevingskansen van de jongen groter waren en roofdieren minder kans kregen. Daarnaast is het mogelijk dat volwassen dinosaurussen in groepen de eieren en jongen beschermden.

Locaties waar dinosauruseierennesten zijn gevonden:

  • Stranden: Dinosaurussen legden hun eieren op zandstranden omdat het zand warmte absorbeert en vasthoudt – essentieel voor het uitbroeden van de eieren. Op het strand van Batús in Lleida (Spanje) werden maar liefst 300.000 versteende eieren gevonden.
  • Moerassige gebieden: In overstroomde gebieden zoals moerassen vormden zich sedimentaire gesteenten die bijdroegen aan het behoud van fossiele eieren.
  • Duinen: In oude duinen van China en Mongolië zijn eieren gevonden die goed bewaard zijn gebleven dankzij sedimentaire gesteentelagen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *